zaterdag

17 maart 1954

Stel je voor: je vaart met een bootje in de Stille Zuidzee. Het is natuurlijk prachtig weer. (Daar is het de Stille Zuidzee voor). Dan, plotseling, zie je in de verte een flits, vervolgens gedurende ongeveer acht minuten een zonsopgang, en tenslotte - zo'n vijf minuten na de flits - voel je een luchtdrukgolf.
Dan weet je het al, hè? Een atoombom.
Om een of andere reden is de Stille Zuidzee de plaats waar men atoombommen test. Ik geloof dat het aantrekkelijk is vanwege de atollen die je daar vindt. Wat zou er met je gebeuren als je te dichtbij was?
Een paar Japanse visser, die officieel op voldoende afstand waren, hebben nu nog de tijd om dat te vertellen. Anderhalf uur na de flits daalde een witte asregen neer op hun schip. De as liet zich niet van de huid verwijderen en veroorzaakte diepe brandwonden. Een professor van de universiteit van Tokio veronderstelt dat de wonden zijn veroorzaakt door de radioactiviteit van de neergeslagen deeltjes.
Men denkt dat de vissers de ramp zullen overleven omdat hun witte bloedlichaampjes niet aangetast zijn. Haal me de koekkoek! Ze zitten zo vol met radioactiviteit dat ze als stralingsbron een gevaar voor hun omgeving vormen en geïsoleerd worden! Er gaan ook nog ge-ruchten dat er drie of zelfs vier Japanse schepen geheel en al ver-dwenen zijn.