dinsdag

26 april 1958

Het bejaardentehuis in het Hemelrijk is bijna klaar. Het heet Rensel-heerdt en er zal plaats zijn voor zo'n 110 mensen. Er zijn 66 eenper-soonskamers en 22 tweepersoons. Men verwacht nu al dat het ge-bouw op korte termijn te klein is: van de 88 kamers zijn er al 82 vergeven. Het tehuis is bedoeld voor mensen die zich niet echt zelf meer kunnen redden. De meeste toekomstige bewoners zijn dan ook om en nabij de tachtig jaar.
Het gebouw heeft twee vleugels, een luxe en een minder luxe. In de luxe vleugel heeft elke kamer een eigen wastafel, op de minder luxe vleugel niet. Verder zijn alle voorzieningen gemeenschappelijk: wc's, bakkamers, doucheruimtes en (om een kopje thee te zetten) keuken-tjes.
De bewoners van Renselheerdt hoeven niet zelf te koken: dat gebeurt in de centrale keuken. Men eet gemeenschappelijk in de grote zaal. Verder komen er nog recreatieruimten en een bibliotheek zodat de oudjes eigenlijk het 'huis' niet meer uit hoeven. De verzorging van de oude van dagen ligt in handen van zeventien personeelsleden. Dus die hebben meer dan genoeg te doen.