donderdag

4 september 1951

In de Winschoter stond vandaag een pleidooi om de Dollard in te polderen. Het levert niet alleen 4000 ha vruchtbare grond op, maar verschaft ook nog eens, na de inpoldering, arbeid voor de vele werklozen hier. Men verwacht dat 400 arbeiders er een vaste baan aan over kunnen houden, terwijl 1000 seizoensarbeiders per jaar nodig zouden zijn. Verder zou de productieverhoging en de daaruit voortvloeiende export de deviezenpositie van Nederland gunstig beinvloeden.
De anonieme auteurs van het stuk in de krant vallen de huidige methode van langzame landwinning - het indijken van het steeds aanspoelende slib in de kwelders - aan als zijnde te duur en daardoor niet rendabel. Zij stellen voor de Dollard in zijn geheel in te dijken en droog te leggen. Dat kost eerst wat meer, maar uiteindelijk zullen de kosten veel lager zijn omdat men vier keer zoveel land kan winnen en sneller gebruik kan maken van de nieuwe polder.
Bovendien is de grond die men verkrijgt door zo'n snelle inpoldering geen klei, maar zavel. Op dat soort grond kan men meer verbouwen dan graan, karwij en suikerbieten (wat blijkbaar op klei alleen maar mogelijk is). Op zavel kunnen ook vlas en aardappelen verbouwd worden, waardoor niet alleen een ruimere vruchtwisseling mogelijk is (dat is beter voor de grond), maar ook de arbeid kan beter gespreid worden. Bovendien kan men op zavel ook vee houden.
Met andere woorden: de seizoenswerkloosheid die de boerderijen op de klei aankleeft, wordt dan minder ernstig, waardoor de communis-ten in Finsterwolde een troef uit handen wordt gespeeld. Ja, ja, het is een complex probleem die inpoldering.

Geen opmerkingen: