donderdag

6 juli 1950

Van de heer Wittebol is verschenen een studie naar de ontwikke-lingsmogelijkheden van Winschoten. Het is wel een erg theoretisch verhaal, maar ik zal je er voor de gein eens iets uit berichten.
Omstreeks 1800 begon Winschoten zich te onderscheiden van de overige gemeenten in de buurt. Het aantal inwoners groeide omdat de plaats zich ontwikkelde tot een markt- en handelscentrum.
Omstreeks 1850 en de daarop volgende 25 jaar ontstond ook een sterke plaatselijke nijverheid. De groei van de welvaart bij de boeren, de aanleg van de spoorlijn naar Groningen (1861) en naar Nieuwe Schans (1869), de aanleg van de tramlijn Oldambt-Oude Pekela (1883) speelden ook rol van betekenis.
Wittebol geeft een schets van ontwikkelingsmogelijkheden tot 1970! Hij verwacht dat de landbouw tot tweederde van haar huidige om-vang zal krimpen, maar evengoed zal er volgens hem omstreeks die tijd geen werkloosheid meer zijn.
Het gebied dat door Winschoten verzorgd was, werd in 1940 be-woond door 56000 mensen. Wittebol verwacht dat dat aantal in de toekomst niet veel zal groeien: 60 tot 66 duizend personen in 1970. Hij denkt ook dat Winschoten als centrumplaats niet in belang zal toenemen. Daaruit moeten we onze kaarten zetten op de groei van industrie die zich richt op gebieden buiten de regio. Als Winschoten zijn centrumfunctie wil behouden moet het op sociaal, cultureel en economisch gebied aantrekkelijk blijven en voorwaarde daarvoor is de ontwikkeling van het verkeer in onze richting.
Zoals alle toekomstvoorspelling blijft het natuurlijk koffiedik kijken, maar ondertussen heeft het wel invloed op het beleid van de gemeente. Bovendien mag je je afvragen wat een versterkte centrum-functie van Winschoten betekent voor het leven in de omliggende gemeenten.

woensdag

15 juni 1950

Het zwembad is eindelijk verbeterd. Voor de oorlog waren er al plannen voor, maar nu is het ook echt gebeurd. En we hebben niet voor niets zo lang gewacht. Want een prachtbad is het geworden! Er zijn nu twee ondiepe baden met een strandje ervoor voor de aller-kleinsten, dan twee baden waarin grote kinderen nog kunnen staan, en tenslotte een derde bad van 38 bij 50 meter voor mensen die echt kunnen zwemmen. De baden zijn van elkaar gescheiden door beton-nen bruggen. Achter het derde bad ligt nog een grote vijver waarop we in de toekomst misschien met bootjes kunnen varen.
Links van de baden zijn zonneweiden, rechts is zand. Er zijn bad-hokjes voor mannen en vrouwen , w.c.'s , een speeltuin en een res-taurant. Tussen de badhokjes en het strand komt een afscheiding van coniferen.
Omdat het bassin voor de verbouwing gedeeltelijk leeggepompt moest worden en de wellen niet zo snel voldoende nieuw water konden aanvoeren, is het water nu nog wat troebel en staat het nog te laag, maar men denkt dat die problemen met behulp van een Norton-pomp spoedig opgelost zullen worden. Men prijst alom onze wet-houder Folkringa voor zijn noeste inspanning om deze verbouwing te realiseren.
Bij boer Koning op het Oostereinde zijn Coloradokevers gevonden. Ze vreten het groen op zodat de aardappels niet verder kunnen groeien. Soms zijn er zoveel dat zelfs spuiten met gif niet meer helpt. Dan moeten ze met de hand gevangen worden. Tsja.

dinsdag

15 mei 1950

Je herinnert je ongetwijfeld die kei waarover ik je verteld heb. Deze kei gaat dienst doen als onderdeel van het monument ter nagedach-tenis aan de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog. Bij het vervoer ervan naar het Zuiderveen is een gewonde gevallen. Een veeg teken, lijkt me. Het gevaarte is drie bij twee bij twee meter en weegt vijfen-twintig ton. De steen is hier tweehonderd duizend jaar geleden naar toe gevoerd in de ijstijd. Dat zegt althans de Winschoter Courant.

1 mei 1950

Het is de Dag van de Arbeid, en dat zullen we merken ook. In Dommering treden vanavond de Arbeiders Gymnastiek Vereniging, Nieuw Leven, Morgenrood en De Stem des Volks op, zodat ik drie keer in de benen moet. Feestelijk is het natuurlijk wel. En de A.J.C. komt ook nog, maar daar ben ik te oud voor.

maandag

4 april 1950

In de gemeenteraad is besloten tot de bouw van 199 arbeiders-woningen en 3 woon-winkelhuizen in het uitbreidingsplan Boven-buren. Het geheel gaat ongeveer anderhalf miljoen gulden kosten. Deze nieuwe woningen worden eenvoudiger dan de huizen die nu aan de Jan van Galenlaan worden gebouwd. Men hoopt door de kosten te drukken makkelijker toestemming van het ministerie te kunnen krijgen voor de bouw van deze extra woningen. Men heeft in het ontwerp onder meer de kelders vervangen door kelderkasten en de schuurtjes kleiner gemaakt. De huur zal f 5,50 per week gaan bedragen. Als ze gebouwd worden!
Laat ik je ook eens iets vertellen over dat merkwaardige fenomeen dat de Openbare Leeszaal heet. Tegen geringe abonnementskosten kun je daar het hele jaar door gratis boeken halen en thuis lezen. Geweldig niet!
En toch gaat het niet goed met deze instelling. Veel mensen betalen alleen de minimumcontributie, drie gulden, maar dat is met de stij-gende kosten van levensonderhoud blijkbaar nog te veel want tallozen hebben hun abonnement opgezegd. Het gevolg was dat er maar weinig boeken aangeschaft konden worden afgelopen jaar. Dit wordt ook veroorzaakt door de steeds stijgende boekenprijzen. Een gemeentelijke subsidie van f 10.000 wordt noodzakelijke geacht om te kunnen blijven draaien. Het merkwaardige is dat de subsidies van staat, provincie en gemeente worden vastgesteld aan de hand van het aantal Winschoter leden; in de praktijk is een derde van het leden-bestand afkomstig uit andere gemeenten. Eind 1949 zijn 1826 personen lid van de openbare leeszaal: daarvan komen 579 van buiten Winschoten.
De jeugdbibliotheek is wel een groot succes. Ze is gevestigd op de zolder van het gebouw aan de Johan Modastraat. Veel kinderen, er zijn 398 jeugdleden, blijven nadat ze de boeken uitgereikt hebben gekregen nog even aan de rood gelakte tafels zitten lezen. Als we ervan uitgaan dat de jeugd de toekomst heeft, dan zal het met de leeszaal in de toekomst ook wel beter gaan.
Ik heb je al verteld over mijn toneel- en zangactiviteiten. Maar je weet denk ik nog niet dat ik nu ook tuba speel. Natuurlijk ook bij een sociaal-democratische vereniging: Nieuw Leven. De vereniging bestaat al dertig jaar en heeft meegedeind op alle golven van de arbeidersbeweging. Nu zijn we dus ingepast. Met zijn allen naar de gouden tijd. Of zoals wethouder Folkringa (PvdA) het zei: "een wereld van vrijheid en brood, een wereld van betere maatschappelijke verhoudingen".
We begonnen dus niet met De Internationale of iets anders strijd-baars, maar met het Grönnens Laid, een heildronk op de Stad. Dit terwijl die hufters onlangs nog geprobeerd hebben ons het Kadaster en het hypotheekkantoor afhandig te maken. Daarna speelden we zeven concertstukken. Na de pauze was er toneel: Stried om de Polder door de Oud Groene Weezen.
Sprekend over de sociaal-democratie: bij de provinciale statenver-kiezingen heeft de PvdA in Winschoten gewonnen. Hadden ze in 1948 3160 stemmen, nu hebben 3399 mensen op hen gestemd. Een derde van het totaal aantal kiezers. Uitgedrukt in zetels in de gemeenteraad: PvdA 7 zetels, de christelijke partijen (A.R., C.H.U., K.V.P.) 5 zetels, de V.V.D. 3 en de C.P.N. 2 zetels (1 verlies). Jammer dat de C.P.N. verloor, want zij hield de PvdA op het linkse pad.

zondag

3 maart 1950

Er zijn plannen om extra woningen te bouwen. De overheid heeft elke gemeente aan een maximum volume gebonden, maar de gemeente Bussum is er in geslaagd toestemming te krijgen voor de bouw van extra huizen omdat ze hebben kunnen aantonen dat ze dat op een voordelige manier kunnen doen. Sindsdien zijn vele gemeenten, waaronder Winschoten, bezig dergelijke plannen te maken. Het zou gaan om 200 woningen, maar men is al blij met elke extra woning.
Laat ik trouwens even citeren uit de krant over onze toneelvoor-stelling.
"Zaterdagavond gaf de arbeiders toneelver. Morgenrood een uitvoering in de kleine zaal van hotel Dommering. Dat deze vereniging hier ter stede nog altijd een goede naam heeft, bleek wel uit de opkomst van de zijde van het publiek. De zaal was bijkans geheel uitverkocht. Het was min of meer een experiment deze uitvoering, want het over het voetlicht gebrachte toneelstuk 'Als Stad en lande elkaar ontmoeten', dat geheel speelde op het Brabantse platteland, stelde ten gevolge van het zoet Brabantse dialect dat door verschillende sprekers gesproken moest worden, extra hoge eisen.
Het is ondanks dat een goede uitvoering geworden, waardoor aan de aanwezigen enkele aangename uren zijn bezorgd. De eenvoudige Brabantse boerin, moeder Vugs, die samen met haar dochter een pension is begonnen, krijgt als eerste gasten de Haagse familie Everking op bezoek. Zij raakt in financiële moeilijkheden ten gevolge van haar verplichtingen tegenover de geldschieter van Dungen. Dit wordt echter overwonnen dankzij de hulp van boer de Bresser en door toedoen van de Haagse familie. Het slot is dat Anneke, Kees, de chauffeur van de heer Everking en moeder Vugs en de Bresser elkaar vinden en een betere toekomst tegemoet gaan.
Zonder een van de spelers iets te kort te willen doen willen wij vooral noemen mej. E. Schuster als Anneke, die een goede kracht belooft te worden, verder de heer H. Schuster in zijn zeer goede rol van de geldschieter, die profiteert van de onwetenheid van de eenvoudige plattelandsbevolking, de heer M. Schuster als Ciske de Bresser, het type van de eenvoudige, oprechte Brabantse boer en de heer H. de Weerd en mvr. A. Klap-Por, als de heer en mevrouw Everking.
Voorts komt zeker een woord van lof toe aan de regisseur, de heer D.J. Poppen, terwijl wij tevens de keurige toneelaankleding willen noemen.
Al met al een voorstelling waarop Morgenrood met voldoening kan terugzien.
In de pauze werd nog een verloting gehouden om enkele aardige prijzen, terwijl tussen de bedrijven door een gezellig strijkje voor de juiste stemming zorgde. Men een geanimeerd bal werd deze avond besloten."

Wat de recensie niet vermeld is dat dhr. Everking aan het einde van het stuk een speenvarken kreeg overhandigd van boer de Bresser. Dat dier voelde zich niet op het gemak op het podium en piste over de broek en schoenen van Mans de Weerd, die natuurlijk voor deze rol zijn zondagse pak aan had. Het was geen klucht, maar wat hebben we gelachen.
Op 23 februari hebben we trouwens nog opgetreden: met De stem des Volks. In de Grote Zaal van Dommering. We beginnen natuurlijk met De strijders, daarna komt een ratjetoe van van alles en nog wat (Op naar het licht, Nederland let op uw zaak, Rozentijd) en we eindigen met Aan de strijders.
Overigens zal de koffie ook dit jaar nog op de bon blijven. Plannen om voor hoge prijzen vrij koffie beschikbaar te stellen, waarschijnlijk om de smokkel uit België een halt toe te roepen, zijn door de regering afgewezen omdat daarvoor deviezen beschikbaar gesteld moeten worden.

zaterdag

1 februari 1950

De huren mogen maar liefst met vijftien procent omhoog van de regering! Men wil enerzijds de eigenaren in staat stellen hun ge-bouwen te onderhouden, maar anderzijds wil men de loon- en prijspolitiek niet verstoren. Nou, dan lijkt me vijftien procent wel wat veel.
In de gemeenteraad is men nu bezig met plannen om de binnenstad beter bereikbaar te maken voor auto's. Men heeft daarvoor een ont-werper de opdracht gegeven. Niet iedereen in de gemeenteraad is het daarmee eens. Vooral omdat het f 10.000 gaat kosten. Velen zijn van mening dat men dat plan wel kan laten ontwerpen als het echt nodig is. De commissie openbare werken en B&W vinden echter dat men een geraamte nodig heeft om verdere uitbreiding van de stad mo-gelijk te maken, ook al worden die plannen niet direct uitgevoerd.
Stelt men het maken van een plan uit, dan kan men straks overal bouwen en moeten er misschien later weer gebouwen afgebroken worden. Dat probleem wil men voor zijn. Het is dus niet de bedoeling in de stad te gaan breken. Uiteindelijk werd het voorstel aangehou-den.
Gisteren hebben we met Morgenrood in de kleine zaal van Wisseman toneel gespeeld. De zaal was door het rotweer niet uitverkocht, maar het was wel een succes. Op 11 februari spelen we daar nog eens. Meester Poppen heeft een stuk uitgezocht in het Brabants: 'Als stad en land elkaar raken'.

vrijdag

20 januari 1950

De gemeente gaat de huisnummering veranderen. Daar hebben ze
f 4500 voor over, maar de troittoirs verbeteren, ho maar. Wel komt er in het centrum overal straatverlichting en met een beetje geluk worden op korte termijn alle Winschoter straten verlicht. Er zijn bovendien geweldige plannen voor een tentoonstelling van Handel en Nijverheid die van 19 tot 25 juni het hele havengebied op zijn kop zal zetten: Winthil 1950. Er komt een weg van negen meter breed met aan beide zijden een plantsoentje. Links komen op het gras zes of zeven grote tenten voor maar liefst 245 overdekte stands. Aan de rechterkant van de weg is ruimte voor 90 buitenstands.
Aan diezelfde rechterkant komt een pad naar de loods van Kuiper. In die loods zal de cultuur aan de orde komen: een expositie. Aan het eind van de weg komt een grasveld met een fontein van zestien stralen die veertien meter hoog kunnen spuiten. Het moet 's avonds een fantastische gezicht zijn door een steeds wisselende verlichting.
Aan de andere kant van de fontein komt een restaurant van honderd vierkante meter met een overdekt terras. Rechts van de fontein blijft nog een groot stuk terrein over dat Handel en Nijverheid hebben bestemd voor een lunapark. Het mag beslist geen kermis worden, al heb ik geen idee wat het verschil is. Achter de tenten, aan de kant van de Rensel, is een sportterrein gepland met een gedeeltelijk overdekte stalen tribune met 1000 zitplaatsen. Er zijn zelfs plannen voor een tweede tribune! Al die toeschouwers moeten afkomen op voetbal-wedstrijden en paardesport. Verder komt er een gebouwtje voor administratie, EHBO, politie, brandweer, omroep en pers. En er zijn zelfs rijdende w.c.'s gepland. Die kan men daar neerzetten waar het druk is.
Iets geheel anders, maar even interessant is de zwerfkei die men in Bovenburen heeft gevonden. Nou ja, gevonden. Men wist al vijftig jaar dat ie er lag, maar tot nog toe had men hem laten liggen omdat hij naar schatting zo'n vijf tot tien ton weegt. Wat ze er nu mee doen weet ik nog niet, maar als men er geen plan mee had, zou het niet in de krant staan.
In de Winschoter Courant stond een stukje over Ome Keesje: "Zondag j.l. heeft de stem van 'Ome Keesje' de laatste maal door de microfoon geklonken. De geestelijke vader van deze druk beluisterde uitzending, Willem van Capelle, heeft 28 jaren de avonturen van 'Ome Keesje' uitgebeeld. Willem v. Capelle acht thans echter de tijd gekomen om met deze radiofiguur op te houden. Zo is dus 'Ome Keesje' thans getrouwd en naar Eutopia vertrokken, van waar geen verbinding met de studio mogelijk is."
Dus omdat Willem geen zin meer heeft, moet Ome Keesje verhuizen. Hier lopen fantasie en werkelijkheid wel erg merkwaardig door elkaar. Maar ja, misschien is het in het echte leven wel niet anders.