dinsdag

26 oktober 1956

Ik zit hier in het rustige Winschoten, terwijl daar in Boedapest geschiedenis wordt geschreven. Nagy is aangetreden als premier en heeft volgens de Hongaarse radio aangegeven rekening te willen houden met de wensen van het 'publiek'.
Radio Boedapest verdween na een nieuwsbulletin plotseling uit de lucht. Ik geloof niet meer dat Nagy de Russen heeft binnen gehaald. De eerste secretaris van de communistische partij, Geroe, is vervan-gen door Kadar, die om politieke redenen vijf jaar gevangen heeft gezeten. Dat laatste is altijd een goed teken.
De opstand is nog niet bedwongen en de radio maant de mensen thuis te blijven, dus ook niet naar het heilige werk te gaan. Inmiddels zijn er meer berichten dat ook arbeiders en soldaten (zelfs Russen) de op-stand steunen.
Nagy wil met de Russen onderhandelen over het terugtrekken van hun troepen. Hij zou de Hongaars-Russische betrekkingen bij willen stellen op basis van gelijkheid en nationale onafhankelijkheid. Hij be-loofde dat opstandigen die de wapens neerleggen edelmoedig beoor-deeld zullen worden en dat, als alles weer rustig is, de regering zal komen met een hervormingsprogramma. Tot nog toe heeft dat geen effect gehad.
In Polen is alles weer rustig.