donderdag

24 november 1956

Een voetnoot bij de Hongaarse opstand. Imre Nagy, die met een aantal andere opstandigen na de ambassade van Zuid-Slavië was gevlucht (in dat land is Tito aan de macht die een andere vorm van communisme voorstaat dan Stalin en Kroetsjef), heeft een vrijgeleide gekregen van de nieuwe Hongaarse (en naar men mag veronderstel-len: door de Russen gesteunde) regering, is onderweg naar zijn huis door de Russische veiligheidspolitie opgepakt en naar Roemenië gebracht. Radio Boedapest probeerde het nog met een leugen te bedekken, Nagy zou Roemenië als land van zijn voorkeur hebben opgegeven, maar lang hield die onzin niet stand. De regering van Kadar heeft gewoon geen fluit te zeggen in Hongarije en haar woord is geen cent waard.
Over het lot van Nagy hoef je je geen illusies te maken: die wordt vermoord na een zgn. proces. Of het nu 1936 is of 1956, de juridische illusie heeft de Russen nog steeds in hun greep. Blijkbaar hebben ze er behoefte aan hun barbaarse politiek van een formeel lintje te voor-zien. Klootzakken.
Er zouden nog steeds arbeidersraden actief zijn. In ieder geval wordt er nog gestaakt. De communisten denken dat de komst van de winter de mensen zal dwingen weer aan het werk te gaan, omdat ze anders geen geld hebben voor brandstof en voedsel. Duizenden Hongaren zijn naar het westen gevlucht, tot aan Winschoten aan toe. Nog meer zijn door de Russen gedeporteerd naar het oosten.