zaterdag

29 september 1953

Er lijkt een einde te komen aan de samenwerking tussen vakbeweging en regering. Zo langzamerhand hebben de vakorganisaties er genoeg van hun leden aan te zetten tot meer productie zonder dat daar een fatsoenlijk loon tegenover staat. Ondertussen blijven namelijk de winsten van de bedrijven voortdurend stijgen. Er komt een keer een einde aan de goede wil. Zelfs de christelijk en katholieke vakcentrales lijken in opstand te komen tegen de 5 % loonsverhoging die de rege-ring dit jaar biedt.
De georganiseerde werknemers hadden eigenlijk geen genoegen wil-len nemen met minder dan 6 %. Maar ze zijn bedrogen door werkge-vers en regering. Een merkwaardige ingreep van het Centraal Bureau voor de Statistiek lag daaraan ten grondslag.
In de Stichting van de Arbeid, waar werknemers en werkgevers met elkaar overleggen over dit soort kwesties, kon men het niet eens wor-den over de loonsverhoging voor de volgende loonronde. Men heeft daarop het probleem voorgelegd aan de regering die in alle gevallen uiteindelijk moet beslissen.
De werkgevers stelden daarbij voor een onafhankelijke commissie in het leven te roepen die een bindend advies zou geven. De regering stemde daarmee in waarop de vakbeweging niet dwars wilde liggen. Er kwam dus een commissie die het in grote lijnen met de werkne-mers eens was en wilde adviseren tot 6 % loonsverhoging. Op dat moment kwam het CBS met de mededeling dat zij het cijfer voor de resterende consumptiebeperking (ik weet ook niet wat het is) ver-keerd had berekend. Daarop besloot de commissie dat een loonsver-hoging van meer dan 5 % niet verantwoord was.
De regering nam dat standpunt zonder verder onderzoek van de door het CBS verstrekte gegevens over. Want als het CBS zich eenmaal vergist, kan het zich ook tweemaal vergissen. Blijkbaar trekt ook de PvdA graag één lijn met de werkgevers. Ik denk dat partij en vak-beweging over niet al te lange tijd van elkaar onafhankelijk zullen worden, want zo kan men niet in één organisatie zitten.